Al geruime tijd ligt de berekening van de vermogensrendementsheffing op basis van een forfaitair rendement, onder vuur. Een wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3 ligt voor bij de tweede kamer. De gewenste ingangsdatum is 01-01-2028 met een tussentijdse overgangsregeling. Dit houdt in dat belanghebbenden bij een aantoonbaar lagere uitkomst op basis van een berekening van het werkelijke rendement ten opzichte van het forfaitaire rendement, het werkelijke rendement mogen aanhouden.
Wat interessant is in dit kader, is de wijze waarop de WOZ- waarde een rol gaat spelen bij de bepaling van het werkelijke rendement.
In de huidige regeling wordt een fictief rendement berekend over de WOZ- waarde. Over het bedrag van dat fictieve rendement wordt belasting geheven van 36%.
In het toekomstige plan waarbij wordt uitgegaan van het werkelijke rendement, wordt de waardevermeerdering in het belastingjaar belast met 36% belasting.
Voor belastingjaar 2024 geldt dan: WOZ waarde peildatum 01-01-2023 minus WOZ- waarde naar peildatum 01-01-2022.
Een waardestijging van een onroerende zaak als gevolg van een investering (niet zijnde regulier onderhoud), wordt niet aangemerkt als rendement (let op: het gaat niet over het bedrag van de investering, maar van de waardestijging. Arrest van 20 december 2024, ECLI:NL:HR:2024:1788).
Je voelt het wellicht al aan! Er worden investeringen gedaan die we in het kader van de WOZ niet inzichtelijk hebben, waardoor deze niet zijn meegenomen in de WOZ- waarde. Slechts ingeval van wijzigingen die bekend zijn wordt artikel 18 lid 3 toegepast en is de waarde van een investering aantoonbaar in de WOZ-waarde opgenomen.
Naar mijn mening betekent dit dat op de beschikking in ieder geval ook de toestandsdatum moet worden vermeld als dit van toepassing is. Belanghebbende heeft een belang bij het verkrijgen van inzicht in het gedeelte van waarde die aan de wijziging (investering) is toe te schrijven. Als een investering niet in de WOZ- waarde is meegenomen, zou je kunnen stellen dat belanghebbende niet wordt benadeeld. Echter, wordt een jaar of jaren later wel de wijziging geconstateerd en in de WOZ- waarde meegenomen, dan is het de vraag of hij deze meerwaarde nog steeds in mindering kan brengen, de investering is immers een jaar of jaren eerder gedaan.
Als er sprake is van een waardevermindering is nog niet duidelijk hoe hiermee zal worden omgegaan, het ligt op dit moment niet in de lijn die “verliezen” met een ander jaar te mogen compenseren. Hierover is men nog in discussie.
Kortom, het wetsvoorstel is nog aan veel kritiek en discussie onderhevig. Interessant om nauwlettend te volgen, het raakt zonder twijfel de uitvoering van de Wet WOZ.
