Normbedragen kwijtschelding
Het bruto wettelijk minimumloon per 1 januari 2025 is vastgesteld op € 2.191,80 per maand, exclusief vakantiegeld. In verband hiermee wordt het nettominimum-loon, als bedoeld in artikel 37 van de Participatiewet, per genoemde datum eveneens gewijzigd. Veel uitkeringen zijn gekoppeld aan het minimumloon. Het gaat om de Participatiewet (Pw), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Algemene Ouderdomswet (AOW), de Algemene Nabestaandenwet (Anw), de Wet werk en arbeidsondersteuning Jonggehandicapten (Wajong), de Werkloosheidswet (WW), de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Ziektewet (ZW) en de Toeslagenwet (TW).
De gewijzigde uitkeringsbedragen in de Participatiewet hebben invloed op de normbedragen die worden gehanteerd bij de berekening van de betalingscapaciteit bij een verzoek om kwijtschelding. Wij hebben voor jou de wijzingen verwerkt in het Involon-normenoverzicht kwijtschelding 1 juli 2024.. Voor het normenoverzicht kwijtschelding klik hier.
Maximum beslagvrije voet
Per 1 januari 2025 zijn de bedragen voor de maximale beslagvrije voet herzien. Zoals is opgenomen in artikel 475da lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering worden deze bedragen berekend aan de hand van de verschillende normwaarden uit de Participatiewet, de Wet op de zorgtoeslag, de Wet op de huurtoeslag en de Wet op het kindgebonden budget.
De wijze waarop de beslagvrije voet wordt berekend hangt af van de hoogte van het inkomen. Er worden drie inkomensgroepen (laag, midden en hoog inkomen) en daarmee drie berekeningswijzen onderscheiden.
Voor de inkomensgroep “hoog” geldt een maximumbedrag als beslagvrije voet.
Als gevolg van de gewijzigde uitkeringsbedragen in de Participatiewet gelden de volgende maximumbedragen van de beslagvrije voet per 1 januari 2025:
– Alleenstaande € 2.071,24
– Alleenstaande met kind(eren) jonger dan 18 jaar € 2.242,24
– Gehuwden zonder kinderen jonger dan 18 jaar € 2.739,03
– Gehuwden met kind(eren) jonger dan 18 jaar € 2.855,96
Leidraad Invordering
Bij besluit van 17 december 2024 (Staatscourant 2024, 41388) wijzigt per 1 januari 2025 de Leidraad invordering 2008 (Rijksleidraad). Een aantal wijzigingen betreft redactionele wijzigingen. Hier zijn geen beleidswijzigingen mee beoogd. Daarnaast is een aantal technische wijzigingen doorgevoerd.
We beperken ons hier tot vier belangrijke beleidsmatige wijzigingen die voor de lokale belastingen van belang zijn:
1.Per 1 januari 2025 wordt door een wijziging van artikel 15, eerste lid, onderdeel b, van de Uitvoeringsregeling
Invorderingswet 1990 rekening gehouden met wijzigingen in de huurtoeslag, waarmee betracht wordt om de
koopkracht van de laagste inkomens te verbeteren. Om die reden vervalt het belang van artikel 25.5.6a en de
vierde alinea van artikel 26.2.10 van de Leidraad;
2.Met de wijziging van artikel 25.7.5 en artikel 26.4.2 wordt een uniforme werkwijze beoogd in het geval een
belastingschuldige voor dezelfde belastingschuld opnieuw om uitstel van betaling of kwijtschelding verzoekt;
3.Actualisering van de in artikel 26.2.12 opgenomen forfaitaire bedragen voor boeken en leermiddelen;
4.Actualisering van de in artikel 26.2.19 genoemde bedragen die zien op de normpremie zorgverzekering voor een
alleenstaande of alleenstaande ouder, en de normpremie ziektekostenverzekering voor echtgenoten.
Regeling betalingsachterstand zorgpremie
De bestuursrechtelijke premie die mensen met een betalingsachterstand van de zorgverzekering verschuldigd zijn, bedraagt per 1 januari 2025 € 172,33. Het bedrag voor de bestuursrechtelijke premie voor ambtshalve verzekerden bedraagt per 1 januari 2025 ook € 172,33 per maand.
Beslagvrij bedrag bij bankbeslag
Zowel bij een executoriaal derdenbeslag als bij toepassing van art. 19, lid 1 Invorderingswet 1990 (de betalingsvordering) geldt voor natuurlijke personen (denk ook aan zzp’ers) een beslagvrij bedrag. Het beslagvrij bedrag is gelijk aan de maximumbedragen van de beslagvrije voet (artikel 475da Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering):
Alleenstaande € 2.071,24
Alleenstaande met kind(eren) jonger dan 18 jaar € 2.242,24
Gehuwden zonder kinderen jonger dan 18 jaar € 2.739,03
Gehuwden met kind(eren) jonger dan 18 jaar € 2.855,96
Neem deel aan de jaarlijkse Bijblijfdag Kwijtschelding voor uitleg en voor de toepassing in de praktijk van alle wijzigingen van normbedragen en van de kwijtscheldingsregeling zelf. Raadpleeg onze opleidingskalender https://involon.nl/opleidingen/ voor data en locaties.