De belangrijkste wijzigingen binnen de wettelijke- en minnelijke schuldsaneringsregeling.</strong
Wettelijke schuldsaneringsregeling
Op 1 juli is de vernieuwde Wsnp in werking getreden. In de Faillissementswet staat hoe mensen met schulden weer schuldenvrij kunnen worden via een Wsnp-traject en zo een nieuwe start kunnen maken. In de wet zijn diverse wijzigingen doorgevoerd waarmee procedures rondom schuldsanering toegankelijker en efficiënter moeten worden.
De belangrijkste wijzigingen
- De looptijd van het Wsnp-traject is ingekort van 3 naar 1,5 jaar waardoor schuldenaren sneller het traject kunnen doorlopen en sneller een schuldenvrije toekomst tegemoet kunnen zien. Als de situatie erom vraagt, zijn langere termijnen mogelijk.
- Normaal begint het Wsnp-traject en de termijn van 1,5 jaar te lopen nadat de rechter heeft besloten een schuldenaar toe te laten tot de Wsnp. Met de wijziging van de wet is het mogelijk dat de Wsnp al begint te lopen tijdens het minnelijke traject. Daarvoor is het nodig dat de schuldenaar in het minnelijke traject maximaal aflost aan de gezamenlijke schuldeisers, zoals hij zou moeten aflossen in de Wsnp.
- De termijn waarbinnen de schuldenaar te goeder trouw moet zijn geweest bij het laten ontstaan en of het onbetaald laten van de schulden, is verkort van 5 naar 3 jaar.
- De zogenoemde tienjaarstermijn is vervallen. In de oude situatie gold dat mensen die binnen 10 jaar na een Wsnp-traject opnieuw in de problematische schulden kwamen, waren uitgesloten van de wettelijke schuldsanering.
Minnelijke schuldsaneringsregeling
De aflosperiode van een minnelijke schuldregeling (Msnp) is vanaf 1 juli 2023 verkort van 36 naar 18 maanden. Hiermee wordt aangesloten bij de verkorting van het wettelijke schuldsaneringstraject. De schuldhulpverleningstrajecten bij gemeenten duren voortaan dus anderhalf jaar. De bedoeling is om makkelijker door te stromen van de gemeentelijke schuldhulp naar de wettelijke schuldsanering.
Er was geen wetswijziging voor nodig, omdat in de wet geen regels staan over het minnelijk traject. Dat past ook niet goed bij het karakter ervan, omdat het ruimte biedt om in onderlinge afstemming tussen schuldhulpverleners en schuldeisers tot overeenstemming te komen, waarbij er ook ruimte is voor maatwerk.
Geen overgangsperiode
Er is geen overgangsregeling voor mensen die vóór 1 juli met een schuldregeling zijn gestart.
Het is volgens (demissionair) minister Carola Schouten (Armoedebeleid en Participatie) niet aan het rijk om schuldeisers te dwingen akkoord te gaan met een kortere aflosperiode. Evenmin ziet de minister het als haar taak om schuldeisers te compenseren voor een kortere aflosperiode. De bal ligt wat haar betreft bij schuldhulpverleners en schuldeisers.
Het is dus aan partijen om eventueel andere afspraken over de looptijd en daarmee over de aflossing te maken. Voor deze schuldregelingen geldt daarom in principe dat zij overeenkomstig de afgesproken aflosperiode zullen doorlopen.
De VNG adviseert gemeenten de huidige werkwijze te blijven hanteren en pas vanaf 1 juli de verkorte aflosperiode aan te bieden.
Mensen financieel gezond maken
Er zijn nog altijd veel vragen over de begeleiding om mensen duurzaam financieel gezond te maken. Dat geldt voor zowel de Msnp als de Wsnp. Er blijft een belangrijke rol voor gemeenten op dit gebied. De NVVK trekt samen met de VNG en het ministerie op om hier nadere invulling aan te geven.
Dat advies legt de gemeente Amsterdam naast zich neer. Amsterdammers krijgen al vanaf begin dit jaar een regeling voor anderhalf jaar. Zij is ‘teleurgesteld’ dat het rijk niet over de brug komt, maar wil niet dat deze groep ‘tussen wal en schip’ valt. Ook voor hen geldt anderhalf jaar schuldhulp. De verminderde opbrengst voor schuldeisers wordt door de gemeente aangevuld. Moorman verklaart met 1,4 miljoen euro garant te staan ‘voor alle Amsterdammers die tussen 7 februari en 1 juli instromen’.
Aanpassing beleidsregels
Doordat de aflossingsperiode van de Wsnp en de Msnp zijn verkort is art. 73 van de Leidraad invordering aangepast. Vanaf 1 juli stemt de Ontvanger in met verzoeken om instemming met een minnelijke schuldregeling waarin wordt uitgegaan van een aflossingsperiode van achttien maanden. Dit geldt voor minnelijke schuldregelingen waarvan een afschrift van de stabilisatieovereenkomst, een schriftelijke mededeling dat een schuldregelingsovereenkomst tot stand is gekomen of een schriftelijk aanbod van het akkoordbedrag dat op of na 1 juli 2023 door de Ontvanger is ontvangen.
Voor het overige is de werkwijze onveranderd. Dat zal anders zijn m.b.t. de financiële opbrengst uit een saneringsregeling: die zal na 1 juli gemiddeld gehalveerd worden.