Belastingen

Advies van de Advocaat-Generaal aan de Hoge Raad over Kosten bij Naheffing Parkeerbelasting

Op 12 juli 2024 heeft advocaat-generaal (AG) Pauwels een belangrijk advies uitgebracht aan de Hoge Raad over de juridische status van kosten die worden gerekend bij de naheffing van parkeerbelasting. Dit advies volgt op vragen van de rechtbank Oost-Brabant over hoe deze kosten moeten worden beoordeeld.

Wanneer iemand geen parkeerbelasting betaalt, kan de gemeente het openstaande bedrag naheffen plus extra kosten voor de naheffing. Volgens de gemeentewet(Gemw) moeten deze kosten altijd worden toegerekend, ongeacht het bedrag van de belasting. Dit staat in artikel 234 lid 5 van de Gemw. In een concreet geval betrof het een belastingbedrag van € 3,71, met naheffingskosten van maar liefst € 66,50. Dit hoge bedrag leidt tot verwarring, waarbij veel mensen spreken van een ‘parkeerboete’.

De rechtbank Oost-Brabant heeft vragen gesteld aan de Hoge Raad over de juridische kwalificatie van deze kosten. Belangrijkste vraag is of de kosten bij naheffing als een “criminal charge” moeten worden gezien volgens artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Dit zou betekenen dat strafrechtelijke waarborgen van toepassing zijn.

Wat zegt de Advocaat-Generaal?

Advocaat-generaal Pauwels concludeert dat de kosten bij naheffing van parkeerbelasting niet moeten worden gezien als een criminal charge. Volgens hem zijn deze kosten geen strafmaatregel om herhaling te voorkomen, maar eerder een geldelijke schadevergoeding. Hierdoor zijn de strafrechtelijke waarborgen van artikel 6 EVRM niet van toepassing.

Pauwels voegt hieraan toe dat de belastingrechter ook niet kan toetsen of de kostenberekening passend is of dat het niet betalen van de belasting verwijtbaar was. De wet is duidelijk: bij naheffing moeten kosten worden gerekend. Alleen in uitzonderlijke gevallen waarin toepassing van de wet in strijd is met algemene rechtsbeginselen, kan de belastingrechter besluiten om een bepaling niet toe te passen. Dit komt echter zelden voor en betreft vooral theoretische situaties. 

Al met al betekent dit volgens de AG dat de belastingrechter nagenoeg geen ruimte heeft om te toetsen of het niet-betalen van de parkeerbelasting verwijtbaar is dan wel of het in rekening brengen van de (volledige) kosten passend en geboden is.

Uitspraak Hoge Raad

In afwachting van het uiteindelijke oordeel van de Hoge Raad blijft het dus voorlopig zoals het is: de kosten bij naheffing van parkeerbelasting worden niet als een strafrechtelijke maatregel beschouwd. Echter is de conclusie van de AG een onafhankelijk advies aan de Hoge Raad, die vrij is dat advies al dan niet te volgen. Als de Hoge Raad niet meegaat in het advies kan dit grote gevolgen hebben voor de uitvoering van de parkeerbelasting zoals we die nu kennen.

Lees het volledige advies hier: ECLI:NL:PHR:2024:710

Jur is sinds 2016 werkzaam in de lokale belastingen en is adviseur en docent bij Involon. Hij is een gedreven adviseur met ervaring in het coördineren en aansturen van de belastingen en WOZ-afdelingen bij diverse gemeenten. Jur is werkzaam op het gebied van heffen en rechtsbescherming. Van de belastingverordening tot het voeren van procedures bij de rechtbank tot en met de Hoge Raad. Jur is onze specialist op het gebied van de parkeerbelasting. Of het nu gaat om procesverbeteringen of juridische vraagstukken, bij hem kan je terecht.
Jur is docent op het onderdelen belastingverordening, diverse gemeentelijke- en waterschapsbelastingen en rechtsbescherming.

Gerelateerde artikelen

Belastingen
Update 9 januari 2025 Leesbare Leidraad Invordering

De ‘Leesbare leidraad invordering´ heeft de afgelopen weken enorme belangstelling gewekt bij lokale belastingorganisaties. Het belang van een helder en begrijpelijk beleid wordt breed onderschreven. Het probleem De huidige leidraad invordering, die grotendeels...

Belastingen
De Wet Herwaardering Proceskostenvergoedingen is geen discriminatie

Actualiteit: Op 1 januari 2024 trad de Wet herwaardering proceskostenvergoedingen in werking, met als doel het tegengaan van misbruik van proceskostenvergoedingen in WOZ- en bpm-zaken door no-cure-no-pay-gemachtigden. De wet introduceert een lager vergoedingstarief...

Belastingen
Wijzigingen invordering en kwijtschelding 1 januari 2025

Normbedragen kwijtscheldingHet bruto wettelijk minimumloon per 1 januari 2025 is vastgesteld op € 2.191,80 per maand, exclusief vakantiegeld. In verband hiermee wordt het nettominimum-loon, als bedoeld in artikel 37 van de Participatiewet, per...

Belastingen
Tarieven Kostenwet 2025

In de ‘Kostenwet Invordering Rijksbelastingen’ (de Kostenwet) zijn tarieven voor vervolgingsactiviteiten opgenomen. Deze tarieven dienen als dekking voor de kosten van vervolgingsmaatregelen die moeten worden genomen om belastingschuldigen die nalatig zijn met betrekking...